Pad Thai met wokgarnalen

Ontdooi de garnalen onder koud stromend water gedurende zo’n 10 min. Laat ze goed uitlekken en dep ze kort droog op een schone theedoek of keukenpapier. Zet ze koud weg tot gebruik. Week de noedels in ruim lauwwarm water (ca 1,5 liter) ongeveer 45 min., ze voelen nu nog enigszins stevig aan, dit klopt aangezien ze nog gegaard worden in de pan. Laat de noedels goed uitlekken op een zeef en bewaar op een schone doek. Pel de sjalotten, de teen knoflook en gember. Snij de sjalot in fijne halve ringen en houd deze apart. Rasp de gember en de knoflook samen op een fijne rasp en houd ook deze samen apart. Verwijder de buitenste bladeren van de spitskool indien nodig, snijd vervolgens ca een kwart kool in fijne reepjes (julienne), ongeveer dezelfde dikte als de worteljulienne. Blancheer de groene asperges kort in ruim kokend water ongeveer 10 sec., zodat ze beetgaar zijn. Herhaal dit proces met de baby maïs alleen mag deze wel 1 minuut koken. Snij de maïs in de lengte een keer door de helft. Snij de chili peper en de bosui ragfijn, hak de pinda’s grof en pluk de koriander in losse blaadjes, houd deze ingrédiënten apart van elkaar voor later gebruik. Meng de tamarindepasta, witte peper, vissaus en oestersaus (=Pad Thai saus). Maak een wok op hoog vuur met een flinke scheut olie goed heet. Roerbak kort als eerste sjalot en julienne groenten (wortel, kool, asperge en maïs) samen met de knoflook, gember en chilipeper. Voeg vervolgens de ontdooide en droge garnalen toe bak dit heel kort door, blus het geheel zeer kort af met de Pad Thai saus en voeg meteen de geweekte noedels toe. Breng dit mengsel nog steeds op hoog vuur aan de kook en breek 1 à 2 rauwe eieren in de wok, laat deze meegaren in de wok, dit zorgt ervoor dat de saus mooi om alle ingrédiënten gaat hangen. Kook vervolgens ongeveer 1 min door en breng het geheel opsmaak met wat limoenrasp en sap.

Serveer de Pad Thai op een schaal of individuele borden en garneer af met verse koriander, bosui, gehakte pinda en een schijfje limoen.